Geraakt kwam ze de praktijk binnen. Haar hond was plotseling erg ziek geworden. Ze is mijn kind, zei ze, terwijl de tranen over haar wangen rolden.
Ze voelde zich uitgeput en wanhopig, was in opperste alertheid. Met alle voelsprieten die ze in zich had, was ze gericht op de hond. Wat heeft ze nodig? Ze wilde geen enkel signaal van haar missen.
Ik ben helemaal weg bij mijzelf, merkte ze op. Ze liep rond maar er was niemand thuis in haar lichaam, ze was aan het zorgen daarbuiten.
Ze was het meisje in haar kwijtgeraakt onderweg. Ze had het contact met zichzelf verloren. Haar andere hond trok zich terug en mistte haar aandacht. Die spiegel bracht haar weer terug naar binnen.
Ze voelde dat liefdevol aanwezig zijn genoeg was. In verbinding met zichzelf kon ze er pas echt zijn en van daaruit zou er precies gebeuren wat nodig was..
Meer weten? Neem gerust contact op!
Marion