Ze belde mij op en deelde haar pijn in alle openheid. Haar zoon was teruggekomen van zijn vader en, zoals altijd, kon er gewacht worden op de bom die zou ontploffen. Door een kleinigheid ontstond de ontlading. In zijn boosheid liet hij weten dat zij een slechte moeder was, dat hij liever bij papa was.
Die woorden kwamen keihard binnen. Allerlei gevoelens vlogen naar de oppervlakte en ze signaleerde de afweerreactie in haar systeem. In gedachten speelde het volgende scenario zich af: Nou, dan ga je maar lekker bij papa wonen en vertrek ik naar mijn vriend in het buitenland. Dan is er geen reden voor mij om hier nog te zijn. In plaats daarvan sprak ze uit dat het haar raakte wat hij zei maar dat ze er graag meer over hoorde.
Rauwe pijn
Het is een logische reactie dat we dichtgaan voor de pijn en er laagjes overheen proberen te leggen om te verzachten. Met de afweerreactie sloot ze haar hart om zich te beschermen voor de gevoelens die te pijnlijk waren. Ze maakte het behapbaar en draagbaar voor zichzelf op dat moment. De afsluiting stagneert echter de liefdesstroom.
Wanneer je het hart open houdt komt de rauwe pijn direct binnen. Door het toelaten en open blijven, erken je je pijn en blijf je tegelijkertijd in verbinding met de ander. Daarmee zeg je eigenlijk ook: Je valt niet uit mijn hart, wat je ook doet of zegt.
Open blijven
Toen ik dat zelf begon te ontdekken met mijn eigen zoon was ik in staat om zijn heftige woorden en het slaan met de deuren niet meer zo persoonlijk te nemen, ook al voelde ik de pijn. Ik trok het niet helemaal naar binnen toe waar het mijzelf afbrandde. Het mocht er zijn, ik kon het voelen en open blijven. Tot mijn grote verbazing kwam hij dan al snel weer naar beneden. Soms moesten we erom lachen, kwam het tot een gesprek of we waren allebei even in onze eigen ruimte en rust voordat het op tafel kwam.
We gebruiken doorgaans veel energie om de deksel op de pot met gevoelens te houden. We gaan het in onze gedachten proberen te begrijpen, een verhaal vertellen of we doen een poging het te parkeren. We kunnen redenen gaan bedenken om het af te zwakken of we gaan hardlopen om het kwijt te raken. Alles om maar weg te blijven bij wat er werkelijk aangeraakt wordt.
Behoefte aan verbinding
Ze realiseerde zich dat ze het onder ogen wilde zien en gaf er vervolgens ruimte aan: Afwijzing, schaamte, gevoel van falen als moeder ( “ik moet het wel perfect doen”), niet gezien en gehoord worden in haar goede bedoelingen en inspanningen. Het kwam allemaal naar de oppervlakte toen ze ervoor ging zitten, vertelde ze. Ze realiseerde zich dat ze zo’n sterke behoefte aan verbinding met mensen voelt en dat daar eigenlijk het verlangen tot bevestiging onder ligt: Ben ik wel goed genoeg? Ben ik wel oké?
Haar zoon drukte op die diepe en al heel oude programmaknop: “ik ben niet goed genoeg”. Dankzij hem kwam dit zo helder in haar bewustzijn, dat ze er niet meer omheen kon. Een mogelijkheid tot heling diende zich aan: Kun je het kind in jezelf bevestigen en liefhebben? Kun je je moederliefde ook aan jezelf geven?
Het gaat om ervaren
In die diepte van pijn en afwijzing ontstaat de opening om je weer te verbinden met jezelf. Het voelt pijnlijk en tegelijkertijd ben je er nog steeds. Het brengt je bij je kern in alle kwetsbaarheid en het licht schijnt erop en doet zijn werk. Het gaat niet om goed of fout maar we mogen alles ervaren in het lichaam dat we hebben gekregen. Ervaren wat werkt en wat niet werkt en eventuele aanpassingen maken. Zonder het lichaam als voertuig is er alleen bewustzijn. Dankzij ons lichaam kunnen we alles voelen, proeven, aanraken en beleven. Zowel het plezier als de pijn ervaren. In de ruimte die we zijn, verschijnt het allemaal op het toneel…