We zitten in het restaurant samen te eten.
Meestal neem ik ook wel iets van een spelletje mee. Vanavond haal ik het “Lekker in je vel spel” uit mijn tas. Daar heeft Sam wel oren naar. We trekken om de beurt een kaart waar een emotie opstaat. ‘Woedend’ trekt Sam uit de stapel. “Wanneer voel je je woedend?” leest hij aan de achterzijde van het kaartje. Hij vertelt mij dat hij zich woedend voelt als hij iets helemaal in zijn hoofd heeft, precies hoe het moet gaan worden en dan lukt het niet. Soms maakt mij dat woedend zegt hij of in ieder geval voel ik dan flinke irritatie. “Wat helpt je als je je woedend voelt?” leest hij verder. “Dan voel ik het, dan verdwijnt het eigenlijk al steeds meer, probeer ik rustig te worden en denk ik vertrouwen” is zijn antwoord. Zo trekken we beiden nog een aantal kaartjes voordat het eten wordt geserveerd. Hij kijkt naar een tafeltje waar een man en een vrouw tegenover elkaar zitten, beiden met hun hoofd en aandacht in de telefoon. “Dit zou eigenlijk een heel goed spel zijn voor volwassenen, mam”, merkt hij op. En dat kan ik alleen maar beamen.
De wijde wereld in
Sam is dit jaar naar de middelbare school gegaan. Zijn wereld verruimd aanzienlijk. Op de fiets naar school, gelijk door naar een vriendje. “Ben aan het voetballen bij die en die”, stuurt hij mij een appje. “Kom wat later, hoor, ben nog even naar het centrum gegaan om wat te kopen.” “Ik heb helemaal geen zin om mee te gaan op bezoek, ik wil gewoon thuis blijven, relaxen”. Na een diepe zucht van hem: “Oké dan” en met nog wat gemopper gaat hij mee.
In het weekend wil ik vaak wel een frisse neus halen, even samen op pad. “Ga je mee naar het bos, gelijk even koffiedrinken daar?” vraag ik aan hem. “We kunnen een voetbal meenemen”, probeer ik nog. “Nou, nee mam, ik ga lekker even mijn eigen ding doen en ik ga straks ook denk voetballen met mijn vrienden”.
Even moet ik iets verwerken in mijzelf. Vroeger kon ik hem zo meenemen met van alles, heerlijk naar het bos en daar lekker rondstruinen en rommelen. Ik zie dat jongetje weer voor me met zijn wapperende blonde krulharen in de wind en die stralende blauwe ogen. Het gebrabbel op de fiets als hij voor mij in zijn fietsstoeltje zit. Ik voel het handje dat mijn hand vastpakt als we samen lopen of als het spannend wordt. Hoe hij op mijn schoot kruipt als ik ga voorlezen.
Loslaten
Maar deze jongeman krijgt zijn eigen leven, heeft zijn moeder steeds minder nodig. Soms op van die momenten voel ik even de pijn van het loslaten. Het loslaten van die tijden die voorbij zijn en nooit meer terugkomen. De confrontatie met mijzelf, de leegte, het niet nodig zijn. Ik voel het en dat is goed. Wat wil ik eigenlijk, waar heb ik behoefte aan?
“Doei Sam, ik ga op pad, ik ga lekker naar het bos. Ik drink ook koffie daar. Hoe laat ik terug ben? Dat weet ik nog niet precies, hoor. Ik stuur wel een appje”. Zo geniet ik ook van de tijd alleen, in verbinding met mijzelf, in alle rust.
Verbinding
En dan plotseling kan ik zo verrast en ontroerd raken door die momenten die zomaar ontstaan. De bijzondere gesprekken over gevoelens en zienswijzen, waarin ik een inkijkje krijg in zijn leefwereld. Het moment dat hij vraagt of ik hem wil kriebelen onder zijn voeten terwijl we samen op de bank zitten. Als hij achter de piano kruipt en een nummer voor me speelt. De gedeelde humor en toneelstukjes die we spontaan opvoeren…
Dan voel ik ten diepste: De verbinding die is er, die blijft. Alleen de vorm verandert… een natuurlijk proces.